Zoals een hinde smacht naar stromend water

Toen ik nog zo’n kereltje was van een jaar of 8, zei ik regelmatig tegen mijn moeder. “Ma, ik heb honger!” Mijn moeder beantwoorde steevast mijn smeekbede naar food met; “Jij weet niet wat honger is, kindjes in arme landen, die hebben honger”. Je mag best weten dat ik daar wel eens flauw van werd, want ik had soms echt honger . . .  of was het toch trek?

Smacht

What ever, toen ik wat meer Achterhoekse woorden leerde kennen, kwam er ooit een woord voorbij dat voor mij de overtreffende trap was van honger, nl smacht! Stel je voor dat je al een hele tijd in een snikhete woestijn loopt en je bent volledig uitgedroogd, zelfs zo erg dat je geen water meer over hebt om te zweten en een boompje zoeken om lekker tegen aan te plassen is er ook niet bij, want je hebt gewoon geen plas. Op zo’n moment heb je geen zin in een gesprek met iemand over een avondklok of mondkapjesplicht. Je staat zeker niet te wachten op één of andere mental coach die zegt dat je het nog wel ff kunt volhouden zonder water. Je hebt ook geen zin om een blog te lezen over smacht. Je wilt maar 1 ding en dat is drinken, heel veel drinken. Nou, dat noemen ze nou smacht, Smacht naar water!

Spekpannenkoeken

Zelf heb ik zeker weten één keer in mijn leven smacht gekend. Ongeveer 37 jaar geleden werden mijn vrouw en ik, samen met mijn zwager en schoonzus door mijn schoonouders uitgenodigd voor een etentje in een bekend Achterhoeks restaurant. Dit restaurant stond er om bekend dat ze pannenkoeken bakten als karrewielen en zo “alderbastends” lekker, heerlijk! Als actie kende dit restaurant, dat als je vier pannenkoeken op kon, dan had je de hele maaltijd voor niets. Mijn zwager en ik hoorden dat we er zaterdags heen zouden gaan en vanaf de donderdag er voor gingen hij en ik in trainingskamp. We aten helemaal niets meer. We zouden hoe dan ook die vier pannenkoeken verslinden. Nou, ik kan je verzekeren, we hadden zaterdag tegen de avond smacht, heel veel smacht. Meer smacht dan dat wij hadden bestond er gewoon niet in onze ogen. We liepen die avond het restaurant in en het water liep ons uit de mond, waardoor we een spoor achterlieten naar onze tafels. Het duurde maar liefst wel zeker één minuut voordat de serveerster kwam die vroeg of we wat te drinken wilden. Mijn zwager en ik antwoorden in koor; “Natuurlijk niet, we willen een dikke vette spekpannenkoek!” En die boodschap was helder, waar de rest van onze tafelgenoten met een glas Sinas of bakje koffie zaten, kregen wij een loei grote en overheerlijk ruikende spekpannenkoek geserveerd. WoW, wat was die lekker, we hadden nog nooit zo’n lekkere pannenkoek gehad. Toen we de eerste spekpannenkoek weg geslobberd hadden en onze hartslag was gedaald van 150 plus naar ca 100 kwam de serveerster weer en vroeg ons of we nog een pannenkoek lusten. Ja natuurlijk, nogal wiedes antwoordden we, doe maar weer dezelfde. Een kwartier later kwam er weer een grote spekpannenkoek aan. We sneden er een groot stuk af en propten hem in onze mond. Maar het was toch anders dan de eerste keer.. de smaak was misschien wel ‘t zelfde, maar toch proefde het anders, minder lekker. We deden er ook wat langer over voordat we hem op hadden en bij de derde spekpannenkoek was het over….. we zaten bom en bomvol.

Een verzadigende kerk

Waarom vertel ik je nu dit waanzinnige waargebeurde verhaal. Nou, ik moest daar laatst aan terug denken. Voor Corona ging ik en misschien jij ook wel, wel eens naar de kerk. Ik weet niet of er bij elke kerkganger altijd even veel zin was aan een kerkbezoek. Er werd gekeken naar het weer, of naar de dienstdoende dominee of voorganger. Soms moest de kerkganger zichzelf vermanend tospreken als er die ochtend een wat minder boeiende dominee op het menu stond. Maar er werd ter kerke gegaan, Beetje plicht of traditie, niets mis mee. De ontmoetingen na afloop van de dienst waren er, maar ook altijd even boeiend? Liever lekker meteen naar huis en een bakkie koffie met moeders drinken en dan lekker ff naar buiten wandelen of sport kijken op TV. Maar nu, midden in Corona zijn we al een tijd niet naar de kerk geweest. Misschien ook wel minder bezig geweest met geloven en God. God de Vader die je wellicht regelmatig bezong dat Hij je liefhad en voor je zorgde. Ach, je zong het omdat… tja waarom eigenlijk? Maar nu, nu we dit al een tijd niet hebben kunnen doen met elkaar als schepselen van God, ja nu…. nu ontstaat er links en rechts smacht!

 Ik heb me voorgenomen om het me de eerste keer net zo te laten smaken als de tweede, derde en vierde keer. Hoe? dat weet ik niet, maar zullen we het er met elkaar over hebben? Hoe houden we de smacht naar God en elkaar vast? De crux zou maar zo es kunnen zitten in “verandering van spijs doet eten”






Bel / mail mij terug

Velden met een * zijn verplicht