Het verhaal over de vader met zijn twee verloren zonen

Net heb ik weer een preek afgerond over de “verloren zoon” zoals de titel luidt van een bekend verhaal uit de Bijbel. Nadrukkelijk zeg ik, “weer afgerond”. Gaandeweg de voorbereiding van deze toespraak, bekroop mij het gevoel dat ik in al die jaren dat ik toespraken verzorg vaak het verzoek van kerken krijg om over dit Bijbelverhaal te spreken. Ik heb het geturfd en inderdaad, het verhaal over de verloren zoon, uit Lucas 15 vers 11 t/m 32, staat bij de verzoekjes uit kerken met stip op één. Nu heb ik niet het idee dat kerken vinden dat ik dit verhaal erg smeuïg kan vertellen of een diepere theologische laag aanboor, maar schijnbaar is dit verhaal nog steeds actueel.

'Oudste zonen en dochters' zwoegen zich uit de naad

Niet dat Ik een uitgebreid marktonderzoek heb gedaan, maar in al die jaren dat ik op het kerkelijk erf actief ben, wel iets dat op een kwalitatief marktonderzoek lijkt. Als ik mensen na afloop van een toespraak over de verloren zoon spreek, dan wordt de verloren zoon regelmatig geassocieerd met de leegloop van de kerken. Er wordt ‘verloren zonen en dochters’ het verwijt gemaakt dat ze tegenwoordig zondagsmorgens op het voetbalveld te vinden zijn. Wat de rijpere ‘jongste telgen’ betreft vinden de kerkmensen dat ze de zondagochtend meer en meer besteden aan familieactiviteiten, zoals bijvoorbeeld wandelen met kleinkinderen of met elkaar een stukje fietsen. Het gevolg is dat de spreekwoordelijke oudste zonen en dochters achterblijven in de kerk en zich uit de naad zwoegen om het goed te doen voor Kerk en Vader.

Als gesprekken de kant op gaan van kerkverlating, hoor ik zelden of nooit dat het Bijbelverhaal vermeldt dat de jongste zoon terugkomt bij de vader, omdat de jongste telg uit de familie erachter komt, misschien wel tijdens een wandeling met de kleinkids, dat de vader wel heel erg veel van hem houdt en hij zonder deze liefde niet verder wil en thuis wil zijn bij de vader. Thuis waar hij mag zijn wie hij is en niemand hoeft te worden.

Wat mist de omgeving als de kerk oplost?

Als jongste ‘zonen en dochters’ de kerk verlaten vraag ik me af, hebben zij de liefde van de Vader en kerkvolk geproefd? Of was het vooral veroordeling of onverschilligheid van de achterblijvende ‘oudste kinderen’ die de kerk trouw blijven? Was de kerk voor de ‘jongste telgen’ wel relevant in hun leven? Een vraag die ik overigens regelmatig aan kerkenraden en kerkbesturen stel: “stel je voor dat jullie kerk oplost, wat mist de omgeving dan?” De gezichtsuitdrukking van dominees, kerkleiders of ouderlingen en diakenen spreken vaak boekdelen en geeft voor mij de relevantie aan van een kerk in hun leef en werk omgeving.

Niet één maar twee verloren zonen

Nogmaals, ik heb er geen marktonderzoek naar gedaan, maar ik heb wel een mening (niets menselijks is ook mij vreemd). Ik wil beginnen met de titel, “de verloren zoon”. Ik heb dit altijd een beetje rare titel gevonden, en vind het ook vreemd dat met name in de oudere en traditionele vertalingen deze zelfverzonnen titel aan dit Bijbelgedeelte is gegeven. Zelf noem ik het verhaal liever het verhaal over de vader en zijn twee verloren zonen. Als je het verhaal goed op je in laat werken wordt duidelijk dat het geen van beide zonen om de liefde van de vader gaat maar om de aardse dingen van de vader. De jongste laat dit zien door zijn erfenis bij leven van de vader meteen op te eisen. Op zijn zachtst gezegd is dit redelijk onbeschoft en choquerend. Je vader doodwensen en er met de erfenis vandoor te gaan. Daarnaast is het ook heel erg zichtbaar voor vriend en vijand dat er in dat gezin iets goed mis is. Iedereen die dit ziet vind er wat van en ik kan me goed voorstellen dat de veroordeling op het puntje van hun tong ligt. “Vreselijk wat die jongste zoon doet, hij zou een voorbeeld moeten nemen aan zijn oudere broer”

Maar is het zo? Moet de jongste zoon een voorbeeld nemen aan zijn oudere broer? Zelf vind ik van niet. Wat de oudste zoon in dit Bijbelverhaal doet is minstens zo liefdeloos, alleen valt het door zijn harde werken niet zo op. Ook bij hem is de liefde voor de vader zoek. Omdat dit minder zichtbaar is, is het gevaarlijker dan het zichtbare wat zijn jongere broer uitgevreten heeft. De oudste zoon doet uit plichtsbesef de “goede dingen”, maar als het er op aankomt gaat het hem om de dingen van de vader en werkt hij niet uit liefde voor zijn oude vader.

'Oudste en jongste kinderen' in en buiten de kerk

Als je het verhaal van de vader en zijn twee verloren zonen doortrekt naar de kerk, dan zie ik ‘oudste zonen en dochters’ in de kerk. Kinderen met een groot plichtsbesef, kinderen die kerken in de benen houden en dat is zeer te prijzen, laat ik daar duidelijk over zijn. Maar plichtsbesef met een afnemende liefde voor de Vader verwordt tot een religieus handelen. Elke zondag één of twee keer naar de kerk en in verschillende commissies zitten. Elke dag uit een dagboek of uit de Bijbel lezen. Maar als het op onvoorwaardelijke liefde aan komt de ‘jongste zonen en dochters’ veroordeelden, tikkie klagen dat ze zijn vertrokken, weinig begrip tonen.

Veroordelen omdat ze een andere kijk op hun Vader in de Hemel hebben, de Bijbel ruimer interpreteren dan dat ‘oudste kinderen doen’ of worstelen met hun identiteit die niet begrepen wordt. ‘Jongste kinderen’ kunnen het ook nog wel eens anders zien dan ‘oudste zonen en dochters’ over onderwerpen als doop, seksualiteit en samenwonen. En toch, . . . allemaal kinderen van die ene Vader.

Zelf ben ik, na pak en beet 40 jaar verschillende kerken te hebben gediend, tot de conclusie gekomen dat ‘oudste zonen en dochters’ onbewust en ik geloof ook oprecht ongewild, ‘jongste zonen en dochters’ creëren. Misschien is dit ook wel één van de redenen waarom dit bijzonder mooie verhaal over de twee verloren zonen nog steeds zo actueel is in kerken.

Ik merk dat ik op stoom kom en er nog minstens 4000 woorden aan kan besteden, maar dan wordt het prekerig en daar zijn bloggies niet voor bedoeld. Met deze blog wil ik absoluut niet polariseren. De kerk zal altijd bestaan uit verschillende kinderen van de Vader met verschillende karakters. In deze blog geef ik ze een stempel, de ‘oudste en jongste kinderen’ Beide kunnen ze zo veel van elkaar leren, echt!

In dit bloggie wil ik wel graag even prikkelen, het bed een beetje opschudden en het wat ongemakkelijk maken. Ik wil jou als lezer vragen, mocht je kerkganger zijn of ex-kerkganger, hoe ziet/zag jouw kerk er uit? Wat is/was de verhouding jongste en oudste zonen en dochters in jouw kerk? In welke groep zit/zat jij en wat is dan jouw houding tegen de ander?

Jan van der Zee

Niet oudste, nog jongste, maar kind van de Vader






Bel / mail mij terug

Velden met een * zijn verplicht